Nieuw oordeel Hoge Raad over reisdagen
Rob Kuijpers |
In januari 2025 heeft de Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan over de fiscale toerekening van internationale reisdagen. Een reisdag wordt voortaan gelijk verdeeld tussen het land van vertrek en het land van aankomst, ongeacht de duur van de reis of eventuele werkzaamheden op die dag. Dit vereenvoudigt de berekening van de zogenoemde dagenbreuk, die bepaalt welk deel van het loon in welk land wordt belast.
Hoewel deze aanpak praktisch lijkt, kan deze in bepaalde situaties tot onbedoelde gevolgen leiden. Hoe zit het bijvoorbeeld met vakantiedagen, ziekteverlof of korte dienstreizen? In dit blog bespreken we de uitspraak, de impact op werknemers en werkgevers en enkele praktijkvoorbeelden.
Reisdagen
Voor het berekenen van de evenredigheidsbreuk is in de door Nederland gesloten belastingverdragen, toelichtende nota’s bij die verdragen en de OESO-commentaren niet bepaald hoe omgegaan moet worden met reisdagen. De Hoge Raad is daarnaast van mening dat de reistijd in het algemeen niet samenhangt met een bepaald land. Wel is de reistijd volgens de Hoge Raad werktijd die in aanmerking moet worden genomen in de dagenbreuk. Omwille van de eenvoud heeft de Hoge Raad daarom het volgende besloten:
- de reistijd moet in beginsel voor de helft te worden toegerekend aan het land van vertrek en voor de helft aan het land van aankomst;
- indien gedurende de dienstreis een tussenstop is gemaakt in een ander land, dient met dit andere land geen rekening te worden gehouden;
- voor de toepassing van de dagenbreuk wordt geen rekening gehouden met werkzaamheden die op de reisdag eventueel buiten de reistijd zijn verricht.
Dit betekent dat de dag waarop een dienstreis naar een ander land is gemaakt, in alle gevallen voor de helft moet worden toegerekend aan het land van vertrek, en voor de andere helft aan het land van (uiteindelijke) aankomst, ongeacht hoe lang de dienstreis die dag heeft geduurd en ongeacht de overige op die dag verrichte werkzaamheden.
In de casus waarover de Hoge Raad nu geoordeeld heeft ging het over reizen per vliegtuig tussen Nederland naar Saudi-Arabië. Deze vonden bovendien met name plaats op dagen dat niet of nauwelijks werd gewerkt buiten de reistijd. In dat licht is de oplossing van de Hoge Raad begrijpelijk.
Maar hoe zit dit met korte dienstreizen of dienstreizen aan het einde van een volle werkdag? In dat geval leidt het toepassen van het arrest van de Hoge Raad tot vreemde situaties. De volgende voorbeelden tonen dit aan.
Voorbeeld 1
Werknemer A woont 20 kilometer van de Nederlandse grens. Hij vertrekt om 8:00 uur vanuit zijn woning in Duitsland naar een klant in Nederland voor een zakelijke bespreking. Hij komt hier om 10:00 uur aan. Na afloop van de bespreking reist hij om 17:00 terug naar huis.
Volgens het arrest van de Hoge Raad zou de halve werkdag aan Duitsland toegerekend moeten worden. Dit terwijl de werknemer zich vrijwel de hele dag in Nederland bevond en niet in Duitsland heeft gewerkt.
Voorbeeld 2
Werknemer B woont in Nederland en werkt op donderdag van 8:00 tot 17:00 uur in Duitsland voor zijn Duitse werkgever. ’s Avonds om 20:00 uur vliegt B naar Frankrijk en overnacht daar in verband met een zakelijke bespreking op vrijdag.
Volgens het arrest van de Hoge Raad moet deze donderdag voor de helft worden toegerekend aan het land van vertrek (Duitsland) en voor de helft aan het land van aankomst (Frankrijk). Feitelijk werk op die dag wordt genegeerd. Dit betekent dat 50% van het loon van deze dag wordt belast in Nederland.
Reist B na de werkdag eerst naar huis en vertrekt hij ’s avonds vanuit een Nederlands vliegveld naar Frankrijk dan kan op basis van het arrest zelfs verdedigd worden dat deze dag verdeeld moet worden tussen Nederland (land van vertrek) en Frankrijk (land van aankomst). Dan zou de hele werkdag belast zijn in Nederland.
Conclusie
De praktijk zal uitwijzen hoe met dit soort situaties omgegaan wordt. Verder is ook van belang hoe het andere verdragsland tegen de toerekening van de reistijd aankijkt.
Wil je zeker weten dat je salaris op de juiste manier wordt toegerekend bij grensoverschrijdende arbeid? Onze experts helpen je graag om de beste keuze te maken. Neem contact met ons op voor persoonlijk advies.
