Nieuws & Blogs

De Prinsjesdag van 2024 door Bol Adviseurs

|
Prinsjesdag-2024

Het Belastingpakket 2025 is gepresenteerd. Of de plannen van de regering goedgekeurd worden door de Tweede Kamer moeten we nog afwachten; de ervaring heeft geleerd dat zelfs vlak voor de stemming over de wetsvoorstellen nog ingrijpende wijzigingen kunnen worden aangebracht. Wij zetten in deze blog acht belangrijke voorstellen voor je op een rij.

 

Box 1

Het belastingtarief in de eerste schijf wordt verlaagd met als doel dat middeninkomens erop vooruitgaan. De impact van deze wijziging zal per situatie verschillen. Het netto-effect zal naar verwachting niet zo groot zijn, aangezien de algemene heffingskorting eveneens wordt verlaagd.

 

Aanpassing box 2 tarief

In 2024 is het uniforme tarief van box 2 van 26,9% vervangen door twee tarieven. Voor inkomen in Box 2 tot € 67.000 is een tarief van 24,5% geldend. Voor het bedrag daarboven is het tarief 33%. Fiscale partners profiteren twee keer van de lage schijf. Met deze maatregel wilde de regering aanmerkelijkbelanghouders stimuleren vaker (jaarlijks) winsten uit te keren en niet de winsten te blijven oppotten in de BV.

In het Belastingplan 2025 wordt voorgesteld om de tweede schijf van box 2 te verlagen van 33% naar 31%. Dit is opmerkelijk, aangezien het tarief van 31% in 2024 ook was voorgesteld als toptarief. Na een amendement is het tarief destijds verhoogd naar 33%, echter is de regering van mening dat er meer globaal evenwicht in de tarieven tussen werknemers, IB-ondernemers en AB-houders gewenst is.

Dividenduitkeringen hebben ook effect op de algemene heffingskorting, box 3-vermogen en excessief lenen. Overleg met jouw adviseur of het voordelig is om nu dividend uit te keren, of het beter is om te wachten tot 2025 of om later in één keer een hoger bedrag aan dividend uit te keren. Heeft jouw partner geen inkomen? Keer dan dividend uit om de algemene heffingskorting te kunnen benutten.

 

Algemeen woningtarief overdrachtsbelasting 8%

Voorgesteld wordt om het algemene tarief voor de overdrachtsbelasting voor de verkrijging van woningen te verlagen van 10,4% naar 8%. Dit betekent een verlaging van 2,4% voor de verkrijging van woningen waar geen sprake is van langdurige eigen bewoning als hoofdverblijf. Let op: de verlaging geldt alleen voor woningen, niet voor bedrijfsgebouwen. De maatregel zal naar verwachting per 1 januari 2026 in werking treden.

 

Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten

De fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de schenk- en erfbelasting en in de inkomstenbelasting hebben als doel voorkomen dat de belastingheffing bij reële bedrijfsoverdrachten de continuïteit van de onderneming in gevaar brengt, omdat er onvoldoende middelen zijn om de inkomstenbelasting en schenk- en erfbelasting te voldoen. De doelen van de voorgestelde maatregelen zijn de bedrijfsoverdracht eenvoudiger, gerichter en beter uitvoerbaar te maken. In Belastingplan 2024 is de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 aangenomen met de eerste maatregelen. Dit wetsvoorstel is een vervolg daarop en bevat de volgende maatregelen:

  1. Beperken reikwijdte van de bedrijfsopvolgingsregeling schenk- en erfbelasting en de doorschuifregeling inkomstenbelasting tot gewone aandelen die minimaal 5% van het geplaatste kapitaal vertegenwoordigen;
  2. Aanpakken van onbedoeld gebruik, zoals dubbel BOR en rollatorinvesteringen
  3. Versoepelen van de bezits- en voortzettingseis door het vergemakkelijken van herstructureringen en het verkorten van de voortzettingseis naar drie jaar.

Beoogde inwerkingtredingsdatum: verkorten voortzettingseis 1 januari 2025, andere maatregelen 1 januari 2026.

Een bedrijfsoverdracht is een belangrijk moment voor zowel de onderneming als haar aandeelhouders. Bij Bol Adviseurs hebben wij specialisten op verschillende disciplines waardoor wij jouw bedrijfsoverdracht van A tot Z kunnen begeleiden.

 

Earningsstrippingmaatregel

De earningsstrippingmaatregel betreft een generieke aftrekbeperking in de vennootschapsbelasting. Deze beperkt in beginsel de aftrekbaarheid van het verschil tussen de rentelasten en rentebaten van geldleningen (het saldo aan renten) bij het bepalen van de winst voor de vennootschapsbelasting. Het saldo komt niet in aftrek voor zover dat meer bedraagt dan 20% van de gecorrigeerde winst of, als dat hoger is, € 1 miljoen.

Er worden twee wijzigingen voorgesteld: wijziging van het percentage naar 25% en invoering van de antifragmentatieregel.

Het was mogelijk om meermaals gebruik te maken van de drempel ad € 1 miljoen door activiteiten in verschillende vennootschappen onder te brengen. Dit werd vooral bij vastgoedlichamen toegepast, wat het kabinet niet wenselijk acht. Het voorstel is daarom om de drempel van € 1 miljoen voor vastgoedlichamen op nihil te stellen per 1 januari 2025. Zij zullen daardoor sneller dan nu worden geraakt door deze renteaftrekbeperking.

 

30%-regeling

De versobering van de 30%-regeling (30-20-10-regeling) uit het Belastingplan 2024 wordt grotendeels teruggedraaid. Er wordt gekozen voor een constant forfait. De maximale onbelaste vergoeding voor naar Nederland gekomen werknemers wordt per 1 januari 2027 gesteld op een constant forfait van 27%. Voor de jaren 2025 en 2026 blijft het percentage van 30% gelden. De salarisnorm voor deze regeling wordt enigszins verhoogd per 1 januari 2027.

 

BTW: diensten aan onroerende zaken

Per 1 januari 2026 gaat een herzieningstermijn van vijf jaar gelden voor investeringsdiensten aan onroerende zaken ten bedrage van € 30.000 en hoger. De herzieningstermijn houdt in dat deze diensten over een aantal jaren worden gevolgd en de initieel in aftrek gebrachte btw wordt in overeenstemming gebracht met het gebruik van het object voor belaste of vrijgestelde prestaties in die periode.

Hiermee wordt de belastingbesparende structuur met kortdurende verhuur aangepakt. Deze structuur werkt kortgezegd als volgt: een ondernemer verbouwt een pand tot woningen met als doel om de woningen ook zodanig te gaan verhuren. Verhuur van woningen is vrijgesteld van btw. Dit zorgt ervoor dat de ondernemer geen recht op vooraftrek heeft van de btw die over de verbouwingskosten aan hem is gefactureerd. Daarom kiezen sommige ondernemers ervoor om de woningen eerst (kortstondig) btw-belast te verhuren. Btw-belaste verhuur heeft als gevolg dat de ondernemer recht heeft op vooraftrek van de btw die betrekking heeft op de verbouwingskosten.

Recent is er een uitspraak van het Europese Hof van Justitie gepubliceerd op grond waarvan het voorstel mogelijk aangepast dient te worden. Ten aanzien van de herzieningstermijn, het begrip “investeringsdienst”, of wellicht zelfs allebei. Wij blijven de ontwikkelingen volgen en laten het weten zodra er meer duidelijkheid is.

 

Verlengen verlaagde accijnstarieven op brandstof

De accijnstarieven zijn vanaf 1 april 2022 verlaagd. Per 1 juli 2023 is de verlaging gedeeltelijk teruggedraaid. In 2024 zijn de tarieven gelijk gehouden aan de tarieven per 1 juli 2023. In Belastingplan 2025 wordt voorgesteld om de tarieven ook in het jaar 2025 niet te indexeren, maar gelijk te houden. De verlenging van de accijnskorting dempt een deel van de totale stijging van de brandstofprijzen.

 

Ten slotte

Heb je vragen naar aanleiding van deze fiscale voorstellen en wijzigingen of ben je benieuwd naar de invloed van deze maatregelen op jouw situatie? Neem dan gerust vrijblijvend contact op met de fiscalisten van Bol Adviseurs. Zij helpen je graag verder!

 

Special Miljoenennota 2025 

Download voor meer informatie hieronder de Special Miljoennota 2025 van SRA.