WAB: Wijziging omtrent de WW-premie (hoog/laag)
Bas Jeckmans |Werkgevers zijn een WW-premie verschuldigd voor hun werknemers. Tot 1 januari 2020 was de verschuldigde WW-premie afhankelijk van de sector waarin de betreffende werkgever werkzaam was. Dit volgens het principe “de vervuiler betaalt”. In sectoren met een hoge WW-instroom van werknemers gold dat door werkgevers een hogere WW-premie moest worden betaald, dan in sectoren waarin de instroom van werknemers in de WW lager was.
Wijzigingen per 1 januari 2020 in de WW-premie
De systematiek van de indeling in sectoren en sectorpremies is komen te vervallen. Sinds 1 januari 2020 worden alle werkgevers in alle sectoren gelijk behandeld. De verschuldigde WW-premie voor werknemers is vanaf 1 januari 2020 afhankelijk van het soort contract dat aan de werknemer is aangeboden. Er bestaat alleen nog een laag en een hoog tarief.
Hoge of lage WW-premie?
Voor werknemers met een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met een vaste arbeidsomvang geldt de lage WW-premie. Net zoals voor BBL-contracten (leerlingen) en voor jongeren onder de 21 jaar die maximaal 52 uur per maand werken. Voor alle andere werknemers geldt de hoge WW-premie.
Het verschil tussen de hoge en lage WW-premie bedraagt 5% (in 2023: lage WW-premie 2,64%, hoge WW-premie 7,64%).
Hierdoor zullen onder andere de werkgeverslasten voor werknemers met een contract voor bepaalde tijd of een oproepcontract hoger zijn dan de lasten bij een contract voor onbepaalde tijd met vaste arbeidsomvang. Met deze wijziging hoopt de regering het aangaan van vaste contracten te stimuleren.
Via onderstaand stroomschema kun je gemakkelijk achterhalen welke WW-premie toegepast dient te worden.
Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Kennisdocument Premiedifferentiatie WW, versie 1.6, datum maart 2022